Eerder las je iets over 7 deugden. Deze keer 7 zonden, gebaseerd op het gelijknamige boekje van Twan van de Kerkhof. Hij spreekt in zijn voorwoord met Roomse luchtigheid over het begrip zonde: ‘we moeten er bewust van zijn en er niet onder gebukt gaan’. Dat klinkt protestanten vast ‘licht’ in de oren. Het Bijbelse zondebegrip ziet immers op doel-missen, of erger: bewuste opstand tegen God en tegen de medemens. Is het grote gebod niet: God liefhebben boven alles, en je naast als jezelf? Liefde versus zonde. Daar valt veel meer over te zeggen. Maar niet hier. We volgens de schrijver langs de zeven zonden. Onderzoek jezelf als leider: voor welke zonde ben ik gevoelig en wat is mijn tegengif?
- IJdelheid – indruk willen maken met de buitenkant. Mijn schone kant in de schijnwerpers, mijn diepste ik in de schaduw. Uit angst voor wie ik werkelijk ben overschreeuw ik mijzelf. Prestaties bepalen wie ik ben. Feedback vooral uit veilige kring. Geen tegenspraak, volmaaktheid als streven.
- Tegengif: doe ik wat ik leuk vind en wat zin heeft? Organiseer tegenspraak.
- Vraatzucht – nooit genoeg hebben aan, honger stillen buiten mijzelf. Continu bezig met eten, drank, sex, zappen, auto’s, huizen, etc. Onverzadigbare leiders focussen op details en zien alles wat afwijkt als fout. Ik ben zelden tevreden, baad me in luxe en kick op succes.
- Tegengif: ben ik een succes’fool’? Voed je van binnenuit en houd maat.
- Woede – het uitleven van boosheid. Het gevoel niet te krijgen wat ik wil of waar ik recht op heb. Alles moet wijken. Mijn oordeel klopt, ik sta in mijn recht. Daarom mag ik hard en verbeten zijn, zeker tegen mislukkelingen. Jammer dat deze boosheid nooit ophoudt. Het blijft stromen.
- Tegengif: voel je woede, maar leef haar niet uit.
- Luiheid – leven op de automatische piloot. Uitstellen wat gedaan moet worden. Afleiding zoeken in comfort in plaats van de confrontatie aangaan. Eigen talenten verslonzen. De organisatie is initiatief- en futloos. Het gangbare is de norm.
- Tegengif: Leven met luiheid? Zie onder ogen wat is.
- Lust – het onverzadigbare verlangen. Drang tot veroveren, maar zodra de buit binnen is verslapt mijn aandacht. Fantaseren, flirten. Neiging tot vergoeilijken: ‘Dit doet de zaak geen kwaad’. (N.B. Van de Kerkhof maakt in zijn boekje een paar afslagen die Jtro niet neemt.)
- Tegengif: Voel de levensenergie waarmee lust begint en stop dan. Beheers ik mijzelf?
- Jaloezie – anderen geluk misgunnen of plezier hebben in andermans ongeluk. Waarom? Gebrek aan zelfvertrouwen? Wat verwijt ik mijzelf allemaal wat ik op anderen projecteer?
- Tegengif: Vergelijken maakt ongelukkig, vertrouw op eigen kunnen en doe je best.
- Hebzucht – graaien, gierig zijn en geen afstand kunnen doen. Het is nooit genoeg. Meer, meer, meer. Een tweede of derde huis, auto, vrouw als verlenging van mijn ego. Machtsbehoud is mijn doel, controle mijn leven en delegeren gevaarlijk. Mijn positie is wie ik ben. Vertrek is geen optie.
- Tegengif: delen is vermenigvuldigen.
N.B. De apostel Paulus adviseert ‘Wordt van het kwade niet overwonnen, maar overwint het kwade door het goede’ (Rom. 12: 21). Terug naar de 7 deugden dus? Nee, er is een betere Weg, ook voor leiders: ‘Doet aan de Heere Jezus Christus, en verzorgt het vlees niet tot begeerlijk-heden’ (Rom. 13: 14).