Preken voor paarden
Preken voor paarden: een boekje voor predikanten. Jtro las het als outsider. Kent Humphreys (ex-ondernemer, voorganger) schreef het om collega’s te prikkelen. Waarom? Christelijke leiders in bedrijfsleven en samenleving zijn weinig betrokken bij kerkelijke activiteiten en verstaan hun verantwoordelijkheid onvoldoende. Predikanten op hun beurt begrijpen niet dat het hun opdracht is zich bij deze leiders te voegen om (via hen) hun bedrijf en de samenleving voor God te ‘winnen’.
Maar deze leiders zitten toch iedere zondag (braaf) in de kerk? Ze zijn toch ook schapen van de gemeentelijke kudde onder het gezag van ambtsdragers en Gods herderlijke leiding? Zeker. En toch signaleert Humphreys dat een kleine groep ondernemers/leiders beter nog dan ‘onwillig schaap’ aan te merken is als ‘wild paard’. ‘Deze paarden zijn de kleine minderheid (…) die door hun karakter van nature dominante individualisten zijn’, aldus te auteur. Doel van het boek is om ‘u als predikanten te helpen deze wilde paarden beter te begrijpen en u te leren hen zo te trainen, dat ze onder het gezag van God komen en leiders naar Gods hart worden in hun eigen wereld (…). Ze hebben een eigen aanpak nodig’.
De schrijver werkt dit verder uit. Met de Bijbel open, met kennis van zaken en vanuit beide perspectieven: predikant en ondernemer – herder en wild paard. Jtro’s aanvankelijke scepsis (‘onzin om leiders zo apart te zetten’) verdween gaandeweg. Humphreys heeft een punt. Jtro neemt ook waar dat leiders vaak niet het gevoel hebben begrepen te worden in hun plaatselijke gemeente, en daardoor wat apart komen staan en zelfs apathisch door het gemeenteleven kunnen gaan. Meer en meer zoeken ze daarom buiten- Een relatie van Jtro vroeg zich terecht af hoe vaak er in de gemeente expliciet voorbede wordt gedaan voor ‘ondernemers’ en hun dilemma’s? Werkelozen ontbreken zelden op het lijstje, maar de leiders die hen moesten ontslaan … zijn dat boemannen of zou het kunnen zijn dat ze ’s nachts wakker lagen van ‘hoe het verder moest met het bedrijf en de mensen’?
De auteur moedigt predikanten aan om deze leiders op te zoeken en in te schakelen. Niet direct in de gemeente maar juist op de plek waar God ze gesteld heeft. Hij hanteert daarvoor allerlei methodes, principes en plannen van aanpak. Dat komt wat Amerikaans en maakbaar over, maar is anderzijds wel praktisch. De kern is hoe de Heere Jezus te werk ging: (1) Hij onderrichtte de schare, (2) Hij onderwees Zijn discipelen, (3) Hij trainde de apostelen (3) en Hij rustte enkelen één-op-één toe (o.a. Petrus). Een soort trechter: van groep, naar team, naar vertrouwelingen, naar individu. Predikanten doen er goed aan om leiders te ‘trainen’ in een kleine groep. Om hen bewust te maken ‘dat ze Christus vertegenwoordigen in een verloren wereld’. Dat ‘zakelijke deals komen en gaan, maar dat mensen eeuwig blijven bestaan’.
Tot slot, predikanten moeten erop uit. Contact maken. Bel op die ondernemer en spreek af tijdens een lunch. Win het vertrouwen ook door iets van jezelf te laten zien als mens. Want -geloof het of niet- herders hebben meer gemeen met wilde paarden dan wellicht gedacht. Een gesprek over eenzaamheid ‘aan de top’ of het glazen huis kan het ijs al aardig breken. Aan de slag dus. En leiders … blijft het telefoontje van je predikant uit? Wees slim, pak je smartphone en bel ‘m zelf. Je belt een lotgenoot!