Jtro begeleidde in het verleden enkele kerkenraden bij hun eerste stappen richting een nieuw beleidsplan. Daarvoor gebruikten we de SWOT-methode. Eén van de gemeentepredikanten leidde het weekend in met een meditatie over Efeze 4: 1- 16. Hieronder enkele pennenstreken met het accent op Geestelijk leiderschap, in het bijzonder het functioneren van de ambten en de eenheid van de gemeente.
Paulus ligt in dit hoofdstuk als het ware op zijn knieën. Efeze 3: 14-21 (Beginnend met: ‘Om deze oorzaak buig ik mijn knieën …’) wordt ook wel het ‘Onze Vader’ van Paulus genoemd. Hij gebruikt geladen zinnen waar een hele gedachtewereld achter schuil gaat. Bijvoorbeeld dat we elkaar nodig hebben om te bevatten wie God is, om kennis te krijgen van/aan de Zoon van God (vers 13). Ambtsdragers vergaderen plaatsvervangend (voor de gemeente) en mogen doorgeven wat ze onderling en van de Geest leren.
Om eenheid in de gemeente te bewaren zijn drie dingen nodig in een wedergeboren christen (vers 2): nederigheid, zachtmoedigheid en geduld. Dat wil zeggen: ten dienste van anderen staan, niet op je strepen/rechten staan en het in liefde omgaan met ‘lastige mensen’. Toch komt eenheid niet voort uit mensen, maar uit God (vers 4-6). Hij is Eén, niet te delen en innerlijk niet tegenstrijdig.
Eenheid in de gemeente betekent niet identiek-zijn. Iedere gelovige heeft iets eigens, iets unieks en dat geeft de gemeente kleur en diversiteit. Eenheid is geen uniformiteit. Gods gaven (‘charismata’) zijn ook divers. Een ambt is een erkend charisma: de gemeente heeft deze gave bij een broeder onderkend. Want ambtsdragers komen op uit de gemeente. Maar er is geen groot onderscheid met gewone gemeente-leden. Ze zijn geroepen tot dienstbaarheid. Het doel van het ambt is om gelovigen ‘fit te maken’ en stevig (vers 16b). Zoals gips om een arm. Gemeenteleden worden zo ingeschakeld, diaconaal en pastoraal.
Geestelijke leiders heersen niet maar rusten de gemeente toe in dienstbetoon. Met welk doel? Om te groeien in het geloof (vers 14). Een volwassen gemeente is mondig èn horig; weerbaar te midden van de wereld anno 2020. Daarbij is het woord van God gezaghebbend. Dat heeft het laatste woord. Het gezag van ambtsdragers is geworteld in het gezag van Gods Woord. Spreken ze de woorden van de Heere Jezus Christus? Weerspiegelen ze Zijn beeld? Zo is geestelijk leiderschap in de gemeente bedoeld.